Tonnie en Kee in Keutelree

Opa Tonnie woont al jaren in een wolkenkrabber in New York. Vijftig jaar geleden is opa Tonnie naar New York verhuisd. Daarvoor woonde hij in een klein (fictief) dorp in Noord-Brabant: Keutelree. Zo’n klein dorp is toch wel heel anders dan zo’n grote stad. Zijn zus Kee woont nog steeds in Keutelree. Ze woont in de boerderij waar ze in de jaren 50 van de vorige eeuw samen zijn opgegroeid. Wat mist Tonnie haar erg! Hij besluit haar op te gaan zoeken. Zou er veel veranderd zijn in het dorp?

Via animaties maken de leerlingen kennis met Tonnie en Kee en verdiepen zij zich in de volgende vragen:
Wat is het verschil tussen een stad en een dorp?
Wat voor soorten huizen zijn er allemaal?
En wat is er allemaal veranderd in Keutelree sinds opa Tonnie vijftig jaar geleden verhuisde?
De leerlingen leren over de verschillen en overeenkomsten tussen vroeger en nu.

Als opa Tonnie besluit terug te keren naar Keutelree om zijn zus Kee te bezoeken is dit reden voor een groot feest. De leerlingen organiseren voor opa Tonnie én voor hun eigen opa’s een ouderwets feest. Op deze manier zal Tonnie zich wel thuis voelen.

PROJECTINFO

  • Doelgroep: groep 3 en 4
  • Leergebied: Oriëntatie op jezelf en de wereld; Nederlands; rekenen; Kunstzinnige oriëntatie
  • Discipline: Cultureel Erfgoed
  • Materialen: Docentenhandleiding met een DVD met vijf animaties, vijf basislessen, extra opdrachten, werkbladen en bijlagen
  • Duur: 5 tot 7 lesuren exclusief voorbereiding

LEERDOELEN

  • De leerling kan begrippen rondom erfgoed hanteren (sporen uit het verleden, waarde van bewaren, heden, toekomst, respect) door voorbeelden van erfgoed van zichzelf, van hun eigen familie en in de eigen omgeving te benoemen.
  • De leerling kan vragen stellen bij het onderzoeken van eigenschappen en details van erfgoed.
  • De leerling kan het verhaal dat bij het erfgoed hoort reproduceren.
  • De leerling kan verschillen en overeenkomsten weergeven tussen heden en verleden aan de hand van erfgoed.
  • De leerling toont in dialoog respect voor de mening van een ander over de waarde van erfgoed.
  • De leerling kan aanwijzingen opvolgen hoe met erfgoed in een specifieke situatie om te gaan.

INDICATOREN DE CULTUUR LOPER
Er wordt met name gewerkt aan:

C1 – De leerling kan zich een voorstelling maken van een gebeurtenis, ervaring of idee en deze uiten.
C3 – De leerling kan opgedane kennis toepassen.
C4 – De leerling bedenkt en maakt ontwerpen of concepten.
O3 – De leerling verkent emoties, ervaringen en ideeën van zichzelf en anderen.
O4 – De leerling stelt vragen aan zichzelf en zijn omgeving.
O5 – De leerling verzamelt, selecteert en maakt kritisch gebruik van verschillende bronnen.

De meeste scholen hebben deze lesmap zelf in bezit!
Eventueel kunnen scholen uit de gemeente Loon op Zand gratis een exemplaar lenen.
Aanvragen kan door te mailen naar CLIP Loon op Zand